Om met honden te gaan fokken moet je allereerst afvragen waarom je het wilt. Je moet beseffen dat je niet een nestje wilt omdat het je zo leuk lijkt. Nederland en de rest van de wereld heeft een gigantisch hondenoverschot. Om het tot Nederland beperkt te houden: Er zitten talloze honden in opvangcentra en asiels.
Ook worden er jaarlijks vele honden afgemaakt omdat er geen plaats voor ze is. Als je wilt fokken moet je jezelf goed afvragen of jouw nest iets toevoegt aan de honden die er al zijn, en of je genoeg nieuwe bazen voor de puppy's krijgt.
Een goede reden om te gaan fokken kan zijn om het ras te verbeteren, of een schaars ras in stand willen houden. Om dit goed en serieus te willen doen moet je op de hoogte zijn van enige kennis en inzicht in de genetica van honden.
Ook moet je zoveel mogelijk weten over de honden en de voorouders van de honden waarmee je wilt fokken. En je moet je goed beseffen dat het fokken van een nestje niet alleen leuk kan zijn. Er zijn genoeg dingen die mis kunnen gaan en je teef kan er zelfs aan overlijden. En indien niet alles goed gaat kan dit bergen met geld kosten. Ook kost de verzorging van moeder en pups veel tijd.
Geschikte honden om mee te fokken
Je kunt niet zomaar een reu en een teef bij elkaar zetten en kijken wat er uit komt. Je moet van tevoren onderzoek doen naar de honden waarmee je een nestje wilt en ook naar hun voorouders. Allereerst moet je naar de gezondheid van de toekomstige ouders kijken. Als de dieren afwijkingen of ziekten hebben of een slechte gezondheid moet je er nooit mee fokken. Je moet niet alleen naar de ouders zelf kijken, maar ook naar hun voorouders.
Want misschien zijn de honden drager van een genetische afwijking die ze weer aan de jonge pups kunnen doorgeven. Alleen indien de voorouders –en het liefst zoveel mogelijk andere familieleden- helemaal gezond waren moet je met deze honden fokken. Om alles te weten te komen van de (voor)ouders van je honden, moet je hond over een stamboom beschikken. Daarop zijn alle voorouders en andere familieleden te vinden. Van honden zonder stamboom is het meestal moeilijk te achterhalen wat voor ziekten en kwalen er voorkomen in de familie.
Raszuiver fokken of kruising
Als je met fokken begint heb je waarschijnlijk al goed over de redenen nagedacht, en een vader en moeder op het oog. Maar je moet ook goed nadenken over hoe je een nieuwe eigenaar vind voor de puppies. Soms heb je van te voren al mensen die zeggen dat ze wel een pup willen. Maar uit ervaring blijkt dat zeker de helft afhaakt als het werkelijk zover is.
Een rashond raak je meestal wel kwijt maar voor een kruising is het vinden van een geschikte baas veel moeilijker. Je kunt de pups natuurlijk wel heel goedkoop op marktplaats te koop aanbieden, maar als echte hondenliefhebber wil je natuurlijk de juiste baas voor je hond.
Het vinden van de juiste baas voor een kruising is veel moeilijker dan voor een rashond. Mensen die een hond willen hebben vaak een bepaald idee van welke hond bij ze past. De meeste mensen zullen uitkomen bij een specifiek ras dat aan al hun eisen voldoet. Bij een kruising is zowel het karakter als het uiterlijk van de hond die de pup zal worden moeilijker te bepalen, en daardoor het vinden van een geschikte baas moeilijker.
Verzorging van de zwangere hond
Ontworm de teef voor ze gedekt wordt. Het is sterk af te raden om je teef tijdens de dracht te ontwormen. De pups zelf moeten op een leeftijd van 2, 4, 6 en 8 weken ontwormd worden. Herhaal dan ook de behandeling bij de moeder. Eventuele inentingen die de moeder nog nodig heeft moet je laten doen voor dat ze loops wordt en gedekt wordt.
De gemiddelde draagtijd bij een teef is 63 dagen. Indien ze zwanger is van een klein aantal pups dan is de draagtijd meestal een paar dagen langer. Ongeveer vier weken na de dekking kun je de vruchtkamertjes bij de teef voelen. Deze zijn ook te zien op een echo van de buik. Als de teef ongeveer zes weken zwanger is krijgt ze een dikkere buik. Wanneer ze precies dikker wordt hangt ook af vanaf het aantal pups.
Je hoeft je hond tijdens de dracht geen speciaal voer te geven. De meeste merken compleet hondenvoer bevatten ook genoeg voedingsstoffen voor zwangere honden. Het kan juist schadelijk zijn om naast deze voeding extra vitaminen en mineralen te geven. De eerste zes weken dat je teef zwanger is eet ze normaal, maar daarna heeft ze meer voeding nodig. Dit kan oplopen tot anderhalf keer de normale hoeveelheid. Dit hangt af van haar conditie en van het aantal pups in haar buik. Geef je hond geen grotere hoeveelheid voer per keer, maar geef haar de normale portiegrootte maar dan wat vaker per dag.
De bevalling bij honden
Rust is het allerbelangrijkste voor een vlotte bevalling. Zoek een rustig plekje in huis uit waar de teef zich op haar gemakt voelt. Installeer daar al een aantal dagen voor de bevalling een werpkist. Een werpkist heeft een opstaande rand die voorkomt dat de teef per ongeluk op de pups gaat liggen waardoor ze doodgedrukt kunnen worden. Isoleer de bodem van de kist met wat kranten of doeken.
Ongeveer een dag voor de bevalling wordt de teef onrustig en vertoont nestelgedrag. Zorg dat ze vóór deze tijd al weet waar de werpkist zich bevind. De lichaamstemperatuur van de teef is vlak voor de geboorte ongeveer een graad lager dan normaal. Een paar uur voor de bevalling verliest de teef meestal wat helder lichtgroen vruchtwater.
Het verloop van de geboorte is afhankelijk van het ras, de conditie van de teef en het aantal pups. Rust speelt een grote rol bij de bevalling.
De eerste pup komt vaak wat moeizaam ter wereld, maar bij de volgende pups gaat het meestal wat sneller. Gemiddeld duurt het 45 minuten voor de volgende pup geboren wordt maar ook een tussenpoos van een uur is heel normaal. Als je ziet dat een pup in stuitligging ligt, help de moeder dan en trek de pup er voorzichtig uit. De moeder likt haar pasgeboren pup schoon. Zo stimuleert ze de ademhaling en haalt ze de vruchtvliezen van de pup. De navelstreng breekt meestal vanzelf op de juiste plaats af. Als dat niet gebeurt kun je hierbij voorzichtig helpen. Als een pup blijft bloeden bij het uiteinde van het stukje navelstreng dan kun je deze 1-2 cm van de buikwand afbinden met een draadje garen. Laat je hond en haar pups verder met rust zodat de bevalling zo rustig en natuurlijk mogelijk kan verlopen. De pups zullen al gauw de tepel van de moeder vinden en proberen te drinken. Met hun zuigen stimuleren ze niet alleen het toeschieten van de melk, maar ook de voortgang van de bevalling.
Tussen de geboorten van de pups worden de nageboorten uitgestoten. De teef eet deze meestal direct op zodra de pup eruit komt. Als er veel pups zijn zorg er dan voor dat ze niet teveel nageboorten opeet anders kan ze diaree krijgen. Je kunt je teef tijdens de bevalling een keer uitlaten (dichtbij, bijvoorbeeld naar de tuin)
Dierenarts raadplegen
De meeste bevallingen bij honden verlopen zonder problemen. Raadpleeg echter een dierenarts als:
• De teef 2 dagen over tijd is
• De teef donkergroen of stinkend vloeit
• Er na 30 minuten krachtige buikpers geen pup komt
• Er sinds de laatste pup al twee uur verstreken is, terwijl er nog meer pups worden verwacht
• De teef overstuur is of zich agressief gedraagt tegen haar pups
• De teef na de geboorte onrustig blijft (misschien is er nog een pup of een nageboorte achtergebleven of dreigt er een ontsteking van de melkklieren
Het is zeer verstandig om de dierenarts in te lichten zodra je weet dat je teef gaat bevallen. Dan is hij op de hoogte dat er een bevalling plaats vind en kan dan meteen in actie komen indien dat nodig mocht zijn. Het is sowieso zeer aan te raden om binnen 24 uur na de bevalling een dierenarts de teef en haar pups te laten controleren.
De zogende teef
Het is zeer belangrijk dat de teef tijdens de zoogperiode gezond blijft. Een goede hygiëne is noodzakelijk om infecties te voorkomen. Zorg ervoor dat je steeds voor je in aanraking komt met de moeder of haar pups je handen wast. Als je in de eerste weken na de bevalling bezoekers krijgt, zorg dan dat ze de puppies niet aanraken. De bodembedekking van de werpkist of anders soort verblijf van je honden moet vaak verschoond worden, en drinkwater moet steeds vers zijn. Laat de moeder regelmatig uit.
Het is volkomen normaal dat een teef tot ongeveer drie weken na de bevalling blijft vloeien. In het begin is het groenrood gekleurd, later gaat dat over naar lichtrood en tot slot helder slijm. Een bruine stinkende uitvloeiing kan duiden op een baarmoederontsteking. Compleet hondenvoer is ook voor een zogende hond geschikt. Afhankelijk van het aantal pups kan de hoeveelheid voedsel die ze nodig heeft oplopen tot twee tot drie keer de normale hoeveelheid. Geef de teef verdeeld over de dag meerdere porties te eten.
Verzorging van de puppies
Pasgeboren pups kunnen zichzelf nog niet goed warm houden. Daarvoor hebben ze hun moeder nodig. Ook een warmtelamp is hiervoor heel geschikt. Hang de warmtelamp boven een hoek van de werpkist en niet boven de gehele krijgt anders krijgt de moeder het te warm. De ideale temperatuur voor de pups tijdens de eerste week is 20 tot 22 graden. Recht onder de lamp is het dan 26 tot 27 graden. Laat de lamp ongeveer een week hangen. Voor pups zonder moeder moet de temperatuur recht onder de lamp ongeveer 30 graden zijn.
De eerste weken hoef je niet veel aan de puppies te doen. Wel moet je op het gewicht en gedrag letten. De eerste weken horen pups rustig en tevreden te zijn. Ze slapen veel en groeien snel. Om de groei in de gaten te houden moet je het geboortegewicht van elke pup noteren en de eerste weken elke dag het nieuwe gewicht noteren. Na 7 tot 8 dagen moet het geboortegewicht ongeveer verdubbelt zijn. Als een pup in gewicht afneemt moet je meteen contact opnemen met een dierenarts. Als je het moeilijk vind om de pups uit elkaar te houden kun je bijvoorbeeld merktekens aanbrengen met nagellak.
Het kan voorkomen dat de moederhond de pups verstoot. Dat betekent dan dat alle pups om de 2 uur met de fles moeten worden gevoed (iets dat per pup al snel 10-15 minuten duurt). En dan niet alleen overdag maar ook in de nacht, en dat niet een paar dagen maar enkele weken. Dit moet je goed beseffen voor je aan een nestje begint.
Voeding voor de pups
De eerste drie weken van hun leven drinken de pups alleen bij de moeder. Daarna mogen ze beginnen aan vast voedsel, bijvoorbeeld wat pap of in water geweekte puppiebrokjes. De melkproductie bij de moeder neemt na vijf tot zes weken af en de pups hebben dan steeds meer vast voedsel nodig. Na zes tot acht weken drinken de pups nauwelijks meer bij de moeder en eten dan alleen nog maar vast voedsel. Je hoeft de pups geen extra vitaminen en mineralen bij te geven; speciaal puppievoer is voldoende. Verdeel het voedsel voorlopig in vijf porties per dag en zorg dat er altijd voldoende schoon drinkwater is.
Ziekten en afwijkingen bij pups
Hieronder een paar veel voorkomende ziekten en afwijkingen bij pups. Voor meer informatie, en ook alles over inentingen zie ziekten.
Bijklauwtje
Het kan voorkomen dat een pup een vijfde teentje aan een of beide achterpootjes heeft. Dit wordt een bijklauwtje genoemd. Deze kunnen door de dierenarts binnen vier dagen na de geboorte verwijderd worden. Daarna is het verboden.
Oormijt
Controleer regelmatig of de oren van de pups nog schoon zijn, Een infectie van oormijt kun je bijvoorbeeld merken aan de jeuk aan de oren die de pup heeft en een overmatige productie van bruin korrelig oorsmeer. Lees hier meer over mijten.
Spoelwormen
Pups kunnen al voor de geboorte in de baarmoeder besmet zijn met spoelwormen. Ze kunnen daar erg ziek van worden. Ontworm ze daarom op een leeftijd van 2, 4, 6 en 8 weken en vervolgens als ze 4 en 6 maanden zijn. Daarna kun je de ontwormingskuur elk half jaar herhalen. Lees hier meer informatie over wormen.
Vlooien
Ook vlooien kunnen een pup ziek maken. Zorg er daarom voor dat de pups in een vlo vrije omgeving worden geboren. Bedenk dat niet alle vlooienbestrijdingsmiddelen geschikt zijn voor drachtige honden en pups. Indien er dus toch vlooien zijn kun je het beste een dierenarts raadplegen. Lees hier meer over vlooien.
Identificatie en registratie van honden
Honden kunnen worden geïdentificeerd door middel van een microchip. Deze microchip wordt onderhuids aangebracht en is ongeveer zo groot als een rijstkorrel. De hond voelt praktisch niets van deze elektronische identificatie en is nu voor altijd herkenbaar. Het unieke chipnummer kan met een speciale 'chipreader' worden gelezen.
Pups met een stamboom krijgen bij de fokker al een chip. Deze chip wordt meestal ingebracht door een medewerker van de "Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland". De pups worden dan automatisch geregistreerd bij deze Raad van Beheer. Het is aan te raden om deze pups daarnaast ook te laten registreren bij bijvoorbeeld de Nederlandse Databank voor Gezelschapsdieren.
Honden zonder stamboom kunnen door de dierenarts van een chip worden voorzien. Deze plakt dan een sticker met het nummer van de chip in het vaccinatieboekje. Deze honden worden geregistreerd bij een databank, bijvoorbeeld de Nederlandse Databank voor Gezelschapsdieren.
Pups gaan naar de nieuwe baas
Vanaf dat de pups vijf weken oud zijn kunnen ze voor het eerst af en toe even bij de moeder worden weggehaald. Vanaf dan kunnen de periodes steeds langer gemaakt worden. Na ongeveer 8 weken kan de pup helemaal bij de moeder weg en tijdens deze periode gaat de pup meestal naar een nieuwe eigenaar.
Dit betekent een enorme verandering in het leven van de pup. Als fokker kun je deze overstap kleiner maken door de nieuwe eigenaar wat voer mee te geven dat de pup gewend is, en eventueel een lap stof waaraan de nestgeur zit. Dit helpt de pup de eerste dagen door te komen.
Morning after prik en castratie bij honden
Als je teef per ongeluk gedekt is zijn er een paar opties om het nest niet te laten komen. De dierenarts kan op de 3e en 5e dag na de dekking een "morning after prik" geven. De bevruchte eitjes zullen zich dan niet nestelen in de baarmoeder. Deze morning after prik is echter niet geheel zonder bijwerkingen. Vooral als deze prik vaker gegeven wordt, ontstaat er een verhoogd risico op tumoren aan de melkklieren.
Een andere mogelijkheid om de zwangerschap af te breken is castratie van de teef in een vroeg stadium van de zwangerschap. Tijdens een ingreep wordt dan de gehele baarmoeder inclusief de embryo’s verwijderd. Het voordeel hiervan is dat de hond geen nestje krijgt en bovendien de kans op een baarmoederontsteking en baarmoederkanker wordt weggenomen. Het nadeel is dat de hond daarna nooit meer een nest kan krijgen en een castratie kan invloed hebben op het karakter, eetgedrag en de vacht.
Laat een reactie achter