Alle Aandoeningen en Ziekten bij Honden

Honden ziekten zieke hondIn dit gedeelte worden een aantal veel voorkomende ziekten en aandoeningen bij honden beschreven. We bespreken hier de ziekten en aandoeningen die vaak voorkomen bij honden zoals: diarree, vlooien, teken, luizen, mijten en schurft maar ook wormen, bijtwonden, vaccinaties, epilepsie, oververhitting, kennelhoest en de ziekte van weil.

Om in de toekomst hoge kosten bij de dierenarts te voorkomen is het raadzaam om een goedkope dierenverzekering voor je hond of kat af te sluiten. Die heb je al voor € 5,95 per maand.

Diarree bij honden

Diarree bij honden kan vele verschillende oorzaken hebben. De meest voorkomende oorzaak van diarree is een (plotselinge) verandering van het voer. Als je over wilt gaan op een ander soort voer doe dit dan altijd geleidelijk. Meng steeds een beetje meer van het nieuwe voer door het oude voer tot je geheel over gaat op het nieuwe voer. Let daarbij steeds op of je hond niet aan de diarree is.

Andere veroorzakers van diarree zijn virussen of wormen. Als je hond een virus heeft opgelopen dan heeft hij vaak koorts boven de 39 graden en last van braken en diarree. Een hond is ook vatbaar voor spoelwormen en andere wormsoorten. Deze zijn ook besmettelijk voor mensen. Een volwassen hond moet ter preventie elk half jaar ontwormd worden. Als je kleine kinderen in huis hebt is vier keer per jaar aan te raden. Voor meer informatie over wormen zie wormen.

Als je hond last heeft van diarree geef hem dan licht verteerbaar voedsel in kleine porties, zoals bijvoorbeeld gekookte rijst of beschuit. Zorg er ook voor dat hij genoeg drinkt want door de diarree verliest hij veel vocht. Je kunt uitdroging bij je hond herkennen door het nekvel iets op te lichten. Als de huidplooi overeind blijft staan dan is je hond uitgedroogd en moet je meteen naar de dierenarts. De dierenarts zal je hond dan vocht via een infuus toedienen. Als je hond verhoging heeft of een zieke indruk maakt en dit verbeterd niet na twee dagen, ga dan ook altijd even langs de dierenarts.

Vlooien bij honden

De levenscyclus van vlooien bij hondenJe moet de vacht van je hond regelmatig controleren op ongedierte zoals vlooien. Vooral ruwharige en langharige honden die veel buiten lopen moeten vaak gecontroleerd worden op vlooien. Vlooien zijn donkerbruin en zitten meestal in het onderste deel van de rug en de liesstreek. Ze kunnen zich zeer snel vermenigvuldigen. Soms zie je de vlooien zelf niet maar wel zwarte uitwerpselen van de vlooien.

Als je niet zeker weet of het vlooien uitwerpselen zijn kun je wat van die stipjes op een wit papiertje leggen en nat maken. Als ze dan donkerrood verkleuren van het opgezogen bloed dan zijn ze inderdaad afkomstig van vlooien. Als je hond vlooien heeft dan krijgt hij enorme jeuk.

Er zijn in de winkel diverse middelen verkrijgbaar in de vorm van poeders, sprays, druppels, halsbanden en shampoo. Lees van tevoren altijd goed de bijsluiter. Als je hond vlooien heeft moet je er ook voor zorgen dat je de plaatsen waar je hond komt goed schoon houd.

Close up foto van vlooien bij honden Close up foto van vlooien bij honden Foto van een hond met vlooien
Foto's van vlooien bij honden (druk op de foto voor een grotere afbeelding).

Stofzuig dus wat vaker de banken, hondenkussens, vloedbedekking enzovoorts. Bedenk ook dat niet alle vlooienbestrijdingsmiddelen geschikt zijn voor drachtige honden en pups.

Teken bij de hond

Close up foto van teken bij de hond (afbeelding teken)Teken zijn meestal lichtbruine diertjes die er uitzien als een grote pijnboompit. Je hebt verschillende soorten teken en sommigen zijn met het blote oog vrijwel niet te zien. Ze zitten voornamelijk in struiken en soms ook in gras en bomen en laten zich op de hond vallen waarna ze hun kop in de huid van de hond steken en zich volzuigen met bloed. Teken kunnen ziekten overbrengen zoals de ziekte van Lyme en Babesiosis. Hoe sneller een teek verwijderd wordt, hoe kleiner de kans op besmetting is.

Close up foto van teken bij de hond (afbeelding teken) Close up foto van teken bij de hond (afbeelding teken) Close up foto van teken bij de hond (afbeelding teken)
Foto's van teken bij honden (druk op de foto voor een grotere afbeelding).

Een teek verwijderen van je hond

Je kunt de teek niet zomaar van je hond af trekken, want dan blijft zijn kop vaak zitten in de huid. Gebruik zo mogelijk altijd een tekentang of pincet om de teek te verwijderen. Indien je deze niet bij de hand hebt pak dan de teek achter de kop vast en trek de teek met een draaiende beweging tegen de klok in uit de huid.

Vroeger werd vaak aangeraden om de teek de verdoven met alcohol waarna je hem zo uit de huid kon pakken. Doe dit absoluut niet wan dan leegt de teek zijn maaginhoud in de huid van je hond waardoor de kans op besmetting toeneemt. Ook met een tekentang kan het soms gebeuren dat de kop in de huid blijft zitten. Dit kan een ontsteking veroorzaken. Als er een gedeelte blijft zitten kun je het beste even langs de dierenarts.

Ook voor teken zijn er in de winkel diverse soorten middelen verkrijgbaar zoals: spray, crème, shampoo, tekentang etc.

Luizen bij honden

Luizen bij hondenLuizen zijn kleine platte insecten. Er bestaan twee soorten luis: de bloedluis en de haarluis. De bloedluis leeft zoals zijn naam al zegt alleen van bloed, en de haarluis voedt zich behalve bloed ook met huidschilfers. Luizen worden door direct contact overgedragen van het ene dier naar het andere. Ook worden ze soms overgedragen via een kam of borstel.

Luizen veroorzaken enorme jeuk bij je hond, waardoor je hond erg onrustig wordt en voortdurend gaat krabben. Je kan luizen herkennen aan de witte eitjes die aan de haren vastzitten.

Luizen bij honden Luizen bij honden en een kam Close up foto van luizen
Foto's van luizen bij honden (druk op de foto voor een grotere afbeelding).

Met behulp van een speciale luizenkam kun je makkelijk controleren of je hond luizen heeft. Door je hond te wassen met een luizenshampoo zijn de luizen weg te krijgen. Als je meerdere honden in huis hebt moet je alle honden behandelen, en het hele huis goed stofzuigen.

Luizen bij de mens kunnen niet worden overgedragen van mens op hond, en luizen bij de hond kunnen niet overgedragen worden van hond op mens. Luizen zijn soortspecifiek, dus alleen van mens naar mens of van hond naar hond is mogelijk.

Ook in de betere dierenwinkels zijn er honderden middeltjes te koop tegen luizen! Wij gebruiken zelf Frontline voor onze honden, een prima middel!

Mijten en schurft bij honden

Mijten zijn zeer kleine beestjes die alleen met een microscoop waarneembaar zijn. Er zijn diverse soorten mijt. De meest voorkomende mijten veroorzaken schurft of oorschurft.

Schurftmijt (scabiës)

Diagnose en behandeling van schurftmijt gebeurt altijd via de dierenarts. Mijten graven diepe gangen in de opperhuid van je hond, waar de vrouwtjes hun eieren leggen. Door het graven wordt de huid omhoog geduwd en zullen er korstjes ontstaan op de huid die ontzettend jeuken. Een hond met mijt zal vaak kale plekken hebben op de ellebogen, poten, oren en de snuit. De behandeling kan moeilijk en langdurig zijn. Mensen kunnen ook besmet raken, al blijven mijten maar enkele dagen in leven op de mens. Bepaalde hondenrassen en lijnen (families) zijn extra gevoelig voor mijten.

Oormijt (Otodectes cynotis)

Bij oormijt (oorschurft) leven de mijten in de gehoorgang van de hond. Ook deze mijt is zeer besmettelijk. Een hond met oorschurft zal voortdurend met zijn kop schudden, met zijn kop over de grond schuren, en soms zijn hoofd scheef houden of het oor vreemd laten hangen. Vaak komt er uit het oor vieze stinkende oorsmeer. Regelmatig het oor schoon maken helpt oormijt voorkomen. Oormijt komt vaker voor bij honden met lange hangende oren. Knip ook regelmatig het oorhaar weg om de gehoorgang schoon te houden. Oormijt is erg pijnlijk voor de hond, en als de mijt niet behandeld wordt dan ontstaat er vaak een ontsteking en een chronische aandoening.

Demodex (Canis)

De demodexmijt komt van nature voor in de huid van de hond. Normaal kan dit geen kwaad, maar sommige honden hebben een storing in de T-lymfocyten wat betekent dat het dier geen enkele afweer heeft tegen deze mijt. Wanneer de weerstand van de hond verzwakt is nemen de mijten in de haarfollikels en talgklieren dan in aantal toe, wat klachten veroorzaakt. Vermoedelijk is de fout in de afweer erfelijk, met deze honden moet dus niet gefokt worden. De behandeling van Demodex is erg moeilijk en vaak blijft het de rest van het leven van de hond terugkomen.

Vachtmijt (Cheyletiella)

Vachtmijt komt vooral voor bij kleinere huisdieren zoals cavia’s en konijnen, maar soms ook bij de hond. Vachtmijten lijken op huidschilfers, ze bewegen echter als je met een vergrootglas naar ze kijkt. Ze veroorzaken jeuk, haaruitval en schilfering van de huid. Een hond met vachtmijt zal jeuk hebben en krabben. De behandeling van vachtmijt is eenvoudig: alle dieren in het huishouden moeten vier weken lang 1x per week gewassen worden met een speciale shampoo, óf ze kunnen 1x per maand met Frontline spray ingesprayed worden. Omdat mijt niet alleen op de hond zelf zit maar ook in je huis, moet je je huis goed schoonmaken en alle vloeren behandelen met een huisspray, of in elke ruimte een vapona-strip hangen.

Jonge honden schurft (Sarcoptes scabiei)

Deze vorm van schurft komt voornamelijk, zoals de naam als zegt, bij jonge honden voor. Deze mijt leef in en op de huid. De honden worden meestal in het nest besmet met deze mijt. De symptomen van een hond met Jonge honden schurft zijn veel jeuk, rode vlekken op de huid en huidontstekingen. Meestal beginnen de klachten aan de kop en de onderkant van de buik.

Wormen bij honden

Honden kunnen heel snel last van wormen krijgen. Via de bek krijgen ze als ze buiten aan het snuffelen zijn wormenlarven binnen. Deze larven kunnen uit groeien tot volwassen wormen. Ook mensen en vooral kinderen kunnen last van wormen krijgen. Bij sommige honden merk je niet dat ze wormen hebben, andere honden gaan braken of raken aan de diarree. Het is niet altijd aan de ontlasting van je hond te zien of hij wormen heeft.

Wormen kunnen erg veel last veroorzaken bij je hond. Voorkomen is beter dan genezen. Daarom is het noodzakelijk dat je hond regelmatig ontwormd wordt. Bij je dierenarts of in een dierenspeciaalzaak kun je ontwormingsmiddelen kopen. Deze middelen zijn verkrijgbaar in tabletvorm, en ook kan de dierenarts het toedienen via een pipet in de nek. Hiermee is je hond ook meteen beschermd tegen vlooien. Het beste is om je hond vier keer per jaar te ontwormen, en zéker als er ook kleine kinderen in huis zijn.

Wormen bestaan er in vele soorten. De meest voorkomende zijn spoelwormen en lintwormen. Minder vaak komen voor de hartworm, haakwormen en zweepwormen.

Gelukkig zijn er diverse middelen in de handel om je hond te ontwormen!

Spoelwormen

Spoelwormen worden via de moedermelk doorgegeven aan de pup. Een goede fokken ontwormd een pup dan ook al twee of drie keer voor hij het nest verlaat en naar de nieuwe eigenaar gaat. Hoewel mensen ook besmet kunnen raken met spoelwormen, worden de larven bij mensen niet volwassen. Wel kunnen de larven schade aanbrengen in ons lichaam en kunnen in zeer zeldzame gevallen leiden tot blindheid.

Lintwormen

Lintwormen komen via vlooien de hond bij de hond terecht. Lintwormen leven in het darmkanaal. Als je hond dus vlooien heeft –of had- dan kan hij ook besmet zijn met lintwormen. Een besmette hond kan kleine delen van de worm afscheiden. Deze delen lijken op kleine rijstkorreltjes op het achterwerk van de hond, of in de vacht of staart.

Hartwormen

Hartwormen komen niet in Nederland voor, maar met name in landen rond de Middellandse zee. De larven van de hartworm worden door muggen in de hond gebracht. Deze soort worm is moeilijk te genezen, en voorkomen is dus ook hier beter dan genezen. Als je je hond mee neemt op vakantie moet je dus je hond van tevoren met een goed ontwormingsmiddel behandelen, en na afloop van de vakantie weer.

Haakwormen

Haakwormen kunnen opgelopen worden door diverse oorzaken. De pup kan al in de baarmoeder besmet raken, of later door het drinken van de moedermelk. Ook kunnen honden larven van haakwormen opnemen in de omgeving of een ander besmet dier. De wormen dringen zich door de huid naar binnen bij je hond. Haakwormen veroorzaken vaak diarree en bloedarmoede. Mensen kunnen ook besmet raken: daar waar de hond de huid binnendringt ontstaat een huidontsteking.

Zweepwormen

Zweepwormen komen alleen voor bij ruimten met een zeer slechte hygiëne. Ze zijn lastig te behandelen.

Bijtwonden bij honden

Als je hond vecht met een andere hond kunnen er lelijke bijtwonden ontstaan. Als je zo’n bijtwond ontdekt desinfecteer deze dan met jodium. Als de wond bloed drukt dan met een schone handdoek of steriel gaas op de wond tot het bloeden stopt. Ook kun je eventueel een drukverband aanbrengen. Indien het bloeden niet stopt ga dan meteen naar de dierenarts. De meeste wonden genezen vanzelf. Hou de wond goed schoon en hou goed in de gaten of er geen zwelling komt, dat de wond of de huid eromheen niet rood wordt of dat er pus uit de wond komt. Deze dingen duiden op een infectie. Ga in dat geval naar de dierenarts voor antibiotica.

Oververhitting bij honden

Honden kunnen niet transpireren zoals de mens. Een hond heeft bijna geen zweetklieren; hij kan alleen warmte afvoeren via zijn voetzolen en zijn tong. Honden kunnen daardoor slecht tegen warmte. Door te hijgen geven ze warmte af aan de buitenlucht, maar als de temperatuur te hoog wordt kan dat niet meer. Het gevolg daarvan is dat honden snel oververhit kunnen raken wat kan leiden tot onherstelbare schade aan organen en cellen.

Oververhitte honden raken vaak in coma en kunnen zelfs overlijden. Oververhitte honden gaan hijgen en krijgen braakneigingen. De lichaamstemperatuur die normaal ongeveer 38.5 is stijgt naar boven de 40, en de slijmvliezen krijgen een blauwgrijze kleur. Als je je hond met deze verschijnselen aantreft breng hem dan onmiddellijk naar een koelere plaats en spoel hem af met koud stromend water. Wikkel hem daarna in koude doeken en neem contact op met de dierenarts.

Als het warm is, laat je hond dan nooit achter in de auto. Ook niet met het raam een stukje open. Door het vele metaal van de auto wordt het binnen in de auto al snel veel te warm voor je hond. Bij erg warm weer kun je je hond overdag beter zo kort mogelijk uitlaten, en wat langer ’s avonds en ‘s morgens als het koeler is. Zorg ervoor dat je tijdens een lange wandeling altijd wat water meeneemt voor je hond.

Vaccinaties en kennelhoest bij honden

Op de leeftijd van 6 weken krijgen pups normaal gesproken hun eerste inenting tegen Parvo en Hondenziekte. Dit gebeurt meestal al bij de fokker. Bij negen en twaalf weken krijgt je hond inentingen tegen diverse zieken als Kennelhoest, ziekte van Weil, enzovoorts. Daarna krijgt je hond elk jaar een herhalingsinenting. Bij de herhalingsinenting wordt je hond niet meer tegen Kennelhoest ingeënt. Sommige dierenpensions en hondenscholen stellen een inenting tegen Kennelhoest verplicht. In dat geval moet je dus naar de dierenarts voor een extra vaccinatie.

Kennelhoest is een besmettelijke infectie aan de voorste luchtwegen. Honden met Kennelhoest hebben een droge hoest die gepaard gaat met kokhalzen. Behandeling van Kennelhoest bestaat uit antibiotica en een verzachtende hoestsiroop. Als je hond niet op tijd behandeld wordt kan hij er een chronische hoest of een longontsteking aan over houden.

Epilepsie bij honden

Epilepsie is een ziekte die relatief vaak voorkomt bij honden. Het ontstaat door een kortdurende storing in de hersenen. Dit veroorzaakt een toeval bij de hond die zich op diverse manieren kan uiten.

Vaak bestaat een epileptische aanval uit drie fases: Eerst is het dier erg onrustig en wil aandacht. Sommige honden braken of klappertanden, of laten de ontlasting en urine lopen. De tweede fase is de aanval zelf waarbij de hond buiten bewustzijn raakt voor korte tijd en spierkrampen heeft, of sommige honden hebben alleen de spierkrampen waarbij ze bijvoorbeeld raar trekken met een poot of heftig kauwen. Daarna, in de laatste fase is de hond soms erg in de war, ziet slecht en kan een grote eetlust of dorst hebben.

Epilepsie kan door diverse dingen veroorzaakt worden. Zoals bijvoorbeeld een littekenweefsel door trauma, een tumor, een ontsteking, leverziekte, nierfalen, vergiftiging of suikertekort. Vaak is er helemaal geen oorzaak te vinden. Sommige honden hebben hun hele leven lang epileptische aanvallen, anderen alleen een enkele keer of een bepaalde periode. De ergste aanvallen komen voor bij honden van zes maanden tot ongeveer vijf jaar.

Medicijnen kunnen helpen om de kans op een aanval te verkleinen. Veel honden die medicatie slikken hebben daarna nooit meer een aanval.

Als je ziet dat je hond een aanval krijgt, dan is deze niet meer te stoppen. Blijf dus vooral rustig en zorg ervoor dat de hond zich niet kan verwonden en praat rustig tegen je hond. Hou je hond niet vast want hij kan onverwachte bewegingen maken tijdens een aanval. Als je hond nog nooit eerder een aanval heeft gehad, ga dan na de eerste of tweede epilepsieaanval altijd naar de dierenarts. Deze zal je dier onderzoeken en beslissen wat er verder moet gebeuren.

Ziekte van weil bij de hond

De ziekte van Weil is een infectie die veroorzaakt wordt door Leptospira bacteriën. Honden lopen deze infectie meestal op na contact met ratten of door ratten besmet water. De ziekte van Weil wordt het meeste gezien bij honden die vaak zwemmen. Hoewel ratten meestal de dader zijn kunnen ook varkens, runderen, schapen of geiten de drager zijn van de bacterie. Ook kunnen honden elkaar onderling besmetten door elkaars genitaliën te likken of urine van andere honden op te likken.

Leptospiren leven in de nieren van hun gastheer en worden samen met de urine uitgescheiden. Ze kunnen enige tijd buiten het lichaam van hun gastheer overleven, vooral als ze in een warme en vochtige omgeving verblijven.

De ziekteverschijnselen kunnen per hond verschillen. Meestal krijgt de hond na 1 tot 3 weken griepachtige verschijnselen zoals koorts, spierpijn, hoofdpijn, overgevoeligheid voor licht, misselijkheid en braken, gezwollen lever en soms geelzucht. De klachten kunnen acuut, maar ook chronisch zijn. Sommige honden hebben maar één verschijnsel, andere honden vertonen alle verschijnselen. Omdat deze verschijnselen ook bij vele andere ziekten kunnen horen is het niet altijd even makkelijk om de diagnose vast te stellen. In ongeveer een op de tien gevallen leidt de ziekte van weil tot beschadiging van lever en nieren, acute hartproblemen en hersenvliesontsteking (meningitis). Als de ziekte niet behandeld wordt is er een sterfte van 5 tot 10 %.

De behandeling kan een intensieve verpleging vergen. Soms is het daarom nodig om het dier een aantal dagen op te laten nemen door de dierenarts. De hond wordt dan behandeld met antibiotica en afhankelijk van de nierfunctie zijn er infusen nodig, of medicijnen tegen braken en/of diaree. Doordat de ziekte zeer besmettelijk is moet het dier in quarantaine. Mensen kunnen ook besmet raken door de Leprospira bacterie. Dit komt echter niet zo heel vaak voor.

Om ziekte van weil te voorkomen bestaat er als preventieve maatregel het jaarlijks vaccineren van de hond. Daarnaast is een goede hygiëne in kennels, pensions en andere ruimtes waar dieren komen van groot belang.

Heimlich greep en reanimatie bij de hond

Als je hond in een voorwerp of stuk voedsel dreigt te stikken, probeer dan zo snel mogelijk met je hand het voorwerp uit de luchtweg te verwijderen. Als het dier bij bewustzijn is pas dan op dat hij je niet bijt. Pas ook op of het voorwerp niet verder in de keel schiet.

Indien dit niet lukt om het voorwerp eruit te krijgen moet je de Heimlich procedure toepassen. Als je een kleine hond hebt, til je hond dan ondersteboven op met zijn rug tegen jouw borst. Als je hond te groot is om op te tillen, ga dan achter hem staan.

Duw dan met je hand of arm onder de ribben om te voelen of je op de juiste plaats zit. De juiste plaats is in de buikholte, net onder de onderste rib. Met beide armen geef je vervolgens een stuk of vijf keer een korte en krachtige duw. Kijk –en voel met je vingers- of het voorwerp tevoorschijn komt in de bek of keel. Indien het voorwerp nog steeds in de keel zit moet je opnieuw de heimlich greep toepassen.

Als je hond buiten bewustzijn is moet je hem tussen de heimlich procedures door vijf keer mond op mond beademing geven. Zelfs als er maar een heel klein beetje zuurstof het voorwerp passeert is dat alvast maar binnen, en het maakt de heimlich greep effectiever.

Mond op mond beademing en hartmassage

Als je hond na het verwijderen van het voorwerp buiten bewustzijn is, moet je hem reanimeren met behulp van mond op mond beademing en hartmassage.

Mond op mond beademing bij middelgrote en grote honden doe je door de mond en lippen te sluiten door je handen er om heen te leggen. Houd de snuit rustig gesloten. Bij kleine honden sluit je de mond en lippen met je eigen mond. Plaats je mond over de snuit van het dier en adem krachtig uit. Beadem 4 of 5 keer en kijk dan of je hond zonder hulp ademt. Als hij begint te ademen, maar is zijn ademhaling onregelmatig en oppervlakkig, ga dan door met beademen tot de dierenarts er is. Of ga max. 20 minuten door met beademen. Bij kleine honden is 20-30 keer beademen per minuut nodig, en bij middelgrote tot grote honden 20 keer per minuut.

Behalve mond op mond beademing moet je ook hartmassage toepassen indien je geen hartslag of pols voelt. Leg het dier op zijn rechterzij en kniel neer aan de kant van de borstkas.

Plaats je handpalm over de ribben, op de plaats waar de elleboog de borst raakt, en de andere hand aan de onderkant van het dier. Druk de borst 1 tot 2 centimeter in. Daarbij moeten je ellebogen iets gestrekt zijn. Doe vijf keer hartmassage op één keer beademen. Check daarna steeds de polsslag. Ga door met reanimeren tot het dier een sterke polsslag heeft of de dierenarts er is.

Overlijden van je hond

Niemand wil er eigenlijk over nadenken, maar elke hondeneigenaar krijgt er vroeg of laat mee te maken: het overlijden van je hond. Het is verstandig om al voor de dood van je huisdier een keuze te maken over of je het dier straks na zijn overlijden wil cremeren of begraven.

Cremeren van je hond

Als je voor cremeren kiest kun je je hond na zijn overlijden in overleg met de dierenarts naar de dierenarts brengen, of hij wordt bij jou thuis opgehaald. Het dier wordt dan in een vriezer bewaard tot het naar een crematorium wordt gebracht. Het dier wordt dan samen met andere overleden dieren gecremeerd en de as wordt meestal uitgestrooid over een veldje. Aan deze methode zijn geen kosten verbonden.

De meest gekozen optie is echter om je dier alleen de laten cremeren, dus niet tegelijk met andere dieren. Je kan dan zelf kiezen wat je met de as doet. Je kunt het laten uitstrooien, zelf uitstrooien of in een urn meenemen naar huis. De kosten hiervan verschillen per crematorium en grootte van de hond. Meestal ligt het ergens tussen de 50 en 250 euro.

Begraven van je hond

Als je niet voor cremeren kiest kun je je huisdier begraven na zijn overlijden. Er zijn in Nederland diverse dierenbegraafplaatsen. De hond krijgt een eigen grafje en je kan een steen of iets anders plaatsen. Het begraven van je huisdier kost meestal tussen de 70 en 150 euro, en daarna 25 tot 75 euro per jaar. Het laten begraven van je hond op een dierenbegraafplaats kan veel troost bieden. Echter uit onderzoek is gebleken dat 90% van de begraven huisdieren binnen drie jaar weer wordt opgegraven. Dit is vanwege de grafkosten die mensen niet meer willen betalen en doordat mensen na een rouwperiode rust hebben gekregen. Dieren waarvan een graf wordt verwijderd worden opgegraven en alsnog gecremeerd.

In plaats van een dierenbegraafplaats kun je er ook voor kiezen om je hond in je eigen tuin te begraven. In Nederland is dit toegestaan zolang je het maar op minimaal 75 centimeter diepte doet. Als je je hond in je eigen tuin wilt begraven, denk dan wel goed na of je nog lang op deze locatie blijft wonen. Uiteraard is het zelf begraven in je eigen tuin gratis.

Wat te doen na het overlijden van je hond?

Als je hond thuis overlijdt neem dan zo snel mogelijk contact op met de dierenarts en zorg ervoor dat je het lichaam koel houd. Na zes uur treedt de ontbinding al in en kunnen er onaangename geuren vrij komen. Met de dierenarts bespreek je dan wat er verder moet gebeuren.

Als je hond is overleden moet je dit behalve bij de dierenarts ook bij diverse instanties melden. De Gemeente moet het weten in verband met de hondenbelasting. In sommige gemeentes is deze belasting trouwens afgeschaft. Als je een huisdierverzekering hebt aangeschaft moet je de verzekeraar ook op de hoogte stellen.

1 Reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*